Doe je ding Pieter
KNWU Districts Kampioenschap Tijdrijden
30 mei 2012 - Vorig jaar ging ik hier nog naartoe met een smoel van ik ga jullie allemaal op een minuut zetten. Dat lukte toen aardig maar vandaag was ik er niet zo zeker van. Niet fit, geen vorm, ach ik loop al weken te klagen.
"Dan blijf je toch thuis?" zei een vriendin maar zo werkt dat natuurlijk niet. Er is altijd wel iets, als ik mag thuisblijven als ik me niet helemaal top voel dan kan ik net zo goed meteen stoppen met die wedstrijden.
Op naar Tiel dus, voor het KNWU Districts Kampioenschap Tijdrijden van Midden-Nederland. Het weerzien met de andere snelheidsmaniakken was in elk geval allerhartelijkst en bij het zien van al die punthelmen en dichte wielen word ik steeds opnieuw blij. Mijn zaterdagse trainingsvriendjes waren op de fiets naar Tiel gekomen om me aan te moedigen en met "Daar hebben we de te kloppen man" werd ik begroet door de concurrentie. Ik dacht verhip, dat is waar ook. Kom op Aben, niet zeuren maar fietsen!
De tijdritfiets was gisteren al tiptop in orde gemaakt en de rest van de voorbereiding ging op routine. Op het binnenblad het parcours verkennen, herkenningspunten zoeken in het landschap en de bochten een keertje op snelheid nemen. Tegen het eind een paar versnellingen om de spieren op spanning te zetten en een kwartier voor de start een droog shirt aan en het startnummer opspelden. De laatste minuten voor de start zijn het lastigst, dan sta je stijf van de adrenaline in de startbox en je kunt geen kant meer op.
"Nog vijf seconden" zei de starter.
Vantevoren had ik met collega-duathlete Jolien Janssen het parcours nog even doorgenomen. Je start met wind mee, zei ik, dus hard uit de blokken en meteen volle bak tempo draaien. Na anderhalve kilometer krijg je de wind even van opzij, toch proberen de snelheid vast te houden en als je dat hebt overleefd mag de grote plaat er op tot het keerpunt. Dat is een rotbocht, als je die te hard pakt schiet je de ventweg op en is de wedstrijd voorbij. Op de terugweg krijg je de wind pal tegen en dan is het doodgaan tot de finish.
"Klinkt simpel", vond Jolien en het plan moest alleen nog worden uitgevoerd. Onderweg vroegen mijn benen (vrij nadrukkelijk zelfs) of het misschien ietsje minder kon maar daar had ik even geen boodschap aan. De laatste 500 meter liepen iets omhoog maar nog één keer ging de grote versnelling er op en staand op de pedalen harkte ik er alles uit wat er nog in zat. Fotograaf Gertjan Koster uit Tiel maakte er een heroïsche plaat van, al zeg ik het zelf. Ik won het vandaag ook in de eindsprint want aan de meet had ik precies een seconde over op de nummer twee. Niet veel, maar precies genoeg en het werd me blijkbaar gegund vandaag. De ronde-miss kon er niet echt bij, dus ik moest nog wel even door de knieën, maar daarna was het officieel.
De clubmaatjes hadden natuurlijk wel wat af te dingen. "Je reed weer als een idioot", vond Chiem de Winter. "Ik wed dat je niet eens de moeite hebt genomen om het prachtige landschap te bewonderen?". Zelf was ik vooral content dat ik Rene Post had kunnen voorblijven. In april reed Rene nog zo achterlijk hard bergop dat ik met geen mogelijkheid zijn wiel kon houden maar nu kan ik weer met opgeheven hoofd op de clubtrainingen verschijnen.
Verder ga ik het lekker niet relativeren. Winnen voelt namelijk best bijzonder. Tweede of derde komt me vaker voor, maar echt de beste zijn, dat is zeldzaam. Ik wentel mij er in. Blauwe enveloppen, de trein gemist en rood op de giro? Boeit me nul want ik ben "King of the Road". Met één hele seconde.
De uitslag staat inmiddels op wielerland.nl.